Bittersweet.

Zaterdagnacht zat ik toch in een ceremonie met medicijn,  hoewel ik mezelf lang had voor gehouden dat ik niet wou.
Schrik voor het medicijn en de buikpijn. Maar al pratend erover, in de dagen ervoor begon het toch wel te kriebelen. Want naast de erg onaangename galachtige smaak, en buikpijn die mijn wakker hield. Was het een gave nacht. Met zang, overgaven. opluchting, en verbondenheid

Zaterdag was een rustige dag met vriendschap, thee en naar elkaars verhalen luisteren in de ochtend, een kinderkamer roze schilderen in de middag. Toch kwam er een uur voordat de ceremonie zou beginnen, de tekenen van migraine opdagen. Eerst verminderde mijn zicht, daarna dansen er figuren voor mijn ogen, tot er stilte is in de storm. Terug normaal kunnen kijken en nog geen pijn. O. Niet alweer. Dat zou dan de derde keer zijn deze maand. 

Omdat ik toch al een soort van ja had gezegd, werd er hier gevraagd of ik er klaar voor was, en of ik nog iets nodig had. Want deze ceremonie nacht zou buiten zijn, en behoorlijk koud.

Toen ik vertelde over mijn hoofdpijn, werd er gebeld met de vraag of ik er bij mocht zijn ook als ik in slaap zou vallen.
Ja er bleek veel vrijheid te zijn. In slaap vallen mocht als je maar warm aankleed, en het medicijn was ook een eigen keuze.

Daar zat ik dan zaterdagnacht in een cirkel, buiten onder een berg dekens, met een glimlach en wat hoofdpijn. 

Vele rituelen, een slok medicijn, een paar keer in slaap gevallen,  veel zang later, kwam de zon op.

En weer het tijd om ons om te kleden voor een zweethut. Een transformatie van een eskimo, tot een vrouw in en jurk. Ondertussen weet ik dat ik langzaam ben met het wennen en overgeven aan verandering van een nieuwe omgeving. Niks erg nu ik dat door heb, en wat heel wat minder strijd met mezelf oplevert. 
Lukte het mezelf over te geven aan de hitte, de onbepaalde tijd en donkerte. 

Bezweet, vol zand en met een glimlach kwam ik weer buiten, waar we ons zelf afkoelde met heel koud water, en uitdampte met een beker thee. 
Met zijn alle staand rond de smeulde resten van het vuur, arm in arm, begon het te regenen. 

Deze nacht voelde bitterzoet. 
De bitterheid van de weinig tijd ik nog hier heb. Van het soms alleen voelen, het niet kunnen verstaan van de taal, en niemand die het vertaalde, de hoofdpijn die er wel voor heeft gezorgd dat ik wist dat ik de vrijheid had. De smaak van het medicijn. Het zoete van de mensen die om me geven en zorgde dat ik warme dekens mee had, belde om te vragen over het in slaap vallen, de zoete smaak van het fruit in de morgen, de fijne gesprekken, het kunnen overgeven, de heldere kleuren in de ochtend, de zang, en het dankbare gevoel. 

x.